Uiteraard gaat er aardig wat werk zitten in het gezond en blij laten opgroeien van de nestjes. Alle dieren verdienen een goede start in het leven en dus doe ik mijn best om mijn rittens een zo’n goed mogelijke basis mee te geven.

Huisvesting

Goede huisvesting naargelang levensfase is de eerste stap. Wanneer de moeder op het punt van bevallen staat is het belangrijk dat zij in een kooi zit waar de moeder veilig kan bevallen van de rittens en deze ook beschermd zijn de eerste paar weken.

Kraamkooi

Hiervoor gebruik ik de eerste 2 à 3 weken een lage traliekooi met een bodemoppervlak van zo’n 80 bij 50 cm en een hoogte van zo’n 40 cm. Dit geeft genoeg ruimte op de bodem voor een huisje waarin het aanstaande moedertje haar nest kan bouwen, een voerbakje en nog wat loopruimte. Meestal hang ik ook wat knaagmateriaal op en een klimtouw. Uiteraard krijgt ze ook nestmateriaal om haar nest mee te bouwen, vaak wordt de bodembedekking ook naar het nest geschoven om een groot fort te bouwen!

De kooi is hoog genoeg voor de moeder om rechtop te staan en op het huisje te klimmen, maar niet zo hoog dat rittens die eventueel aan een tepel blijven hangen te pletter kunnen vallen. De tralieafstand is daarom ook maximaal 1cm, zodat de rittens niet per ongeluk buiten de kooi kunnen raken.

De inrichting is bewust sober zonder hangmatjes of plateaus, omdat het moedertje anders misschien hierin haar nestje maakt en de rittens kunnen vallen (en niet meer zelfstandig terug kunnen kruipen)! Pas wanneer de rittens 2 weken oud zijn en de ogen open hebben voeg ik meer inrichting toe.

Ik heb twee kraamkooien in mijn bezit: de Ferplast Criceti 15 en de Hamsterkooi Bob van Budgetkooien. Beiden hebben een dak wat helemaal open kan, lekker makkelijk met het hanteren van de rittens!

Klimkooi

Vanaf dat de ogen open zijn begin de rittens meer en meer zelfstandig rond te wandelen en ook te klimmen. Hoe snel deze ontwikkeling verkoopt verschilt per nest, het ene nest is er sneller mee dan het andere (maar als er een rittens begint volgt de rest meestal al snel). Wanneer ze aardig kunnen klimmen verhuisd het nest naar een grote traliekooi met lekker veel klim- en klautermateriaal, hangmatjes en een loopwiel.

Het nesthuisje en een deel van het nestmateriaal verhuisd mee om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. In de loop der tijd wordt ook het huisje vervangen.

Door de extra ruimte om te klimmen en te spelen ontwikkelen de rittens hun spieren, gevoel voor evenwicht en worden ze mentaal uitgedaagd. Ook de moeder is vaak blij met de ruimte, eindelijk weer lekker rondcrossen in het loopwiel en apart liggen van de rittens (totdat ze ontdekken hoe ze bij haar kunnen komen)!

Voor de rittens heb ik enkele traliekooien die ik gebruik, waaronder twee Savic Freddy 2 kooien, een halve Marchioro Samo 102 en een Savic Zeno 3. Deze kooien bieden voldoende ruimte voor het hele nest tot ze zo’n 4,5 week oud zijn; daarna scheid ik moeder en dochters van de mannelijke rittens en krijgen de twee groepjes elk hun eigen kooi.

Voeding

Rittens moeten groeien, hiervoor hebben ze moedermelk nodig van een goed doorvoede moeder en later eten ze ook mee van het voer voor de moeder. Goede voeding is dus in alle stadia belangrijk en dit moet aangepast zijn op deze levensfase.

Droogvoer

Vanaf de geboorte begin ik met het voeren van een speciale droogvoer mix, gemaakt naar eigen recept op basis van “The Scuttling Gourmet”. Deze mix voor zogende moeders en jonge rittens is rijk aan dierlijke eiwitten, goede vetten, vitaminen en minarelen.

De hele periode dat het nestje in de rattery opgroeit geef ik deze mix, eerst alleen voor de moeder maar zodra de rittens zelfstandig beginnen te knabbelen eten ze ook mee van deze mix.

Sinds ik deze mix voer merk ik dat de rittens veel beter groeien, ook bij grote nesten. Bij mijn eerste nesten had ik de behoefte aan rijke voeding wat onderschat en groeiden de rittens minder goed, met name bij het B-nest van maarliefst 16 rittens. Hier heb ik van geleerd en ik zie het verschil.

Verse groenten

Verse groenten zijn altijd erg gezond voor tamme ratten, maar zeker in de zoogperiode en later voor de rittens zijn groenten erg belangrijk. Ze leveren veel vitaminen en tegelijkertijd ook vocht, erg belangrijk voor een zogend moedertje. Men zegt ook dat groenten zoals witlof helpen bij de melkproductie, of dit echt zo is weet ik niet maar gezond is het in ieder geval en ze eten het graag.

Wanneer de rittens zelfstandig beginnen te eten is het handig om ze met verschillende groenten kennis te laten maken. Hierdoor krijgen ze verschillende vitaminen en mineralen  binnen en leren ze verschillende dingen te eten, waardoor ze later wat minder kieskeurig zullen zijn.

Natvoer en papjes

Ten slotte krijgen ze regelmatig een lekker bakje natvoer of pap, meestal mijn eigen natvoer mix met dierlijke eiwitten (tegenwoordig te krijgen via Pet-Design) of een blikje hoogwaardig kattenvoer zoals Cosma Nature.

Voor het zogende moedertje is dit een lekkere bom energie en voedingstoffen die weinig moeite kost om te eten en te verteren. Wanneer de rittens mee beginnen te eten is een papje meestal het makkelijkste voor hen, ze likken het al snel samen met mama op. Natuurlijk kunnen ze de voedingsstoffen ook erg goed gebruiken!

Socialisatie

Heel eerlijk? Zo veel hoef ik vaak niet aan socialisatie te doen. Normaliter fok ik met ratten van bekende lijnen met een tam en mensgericht karakter, dit merk je ook aan de rittens. Ze zijn van zichzelf al erg nieuwsgierig, laten zich zonder gedoe oppakken en zijn dol op aandacht.

Maar goed, ik wil ze zo veel mogelijk mee geven in hun periode hier dus ook aan de socialisatie doen we het een en ander. Bovendien zijn rittens gewoon erg leuk dus van knuffelen komt het altijd vanzelf wel. 😉

De eerste twee weken stelt dit nog niet zo veel voor aangezien de oogjes en oren nog gesloten zijn. Wel voelen en ruiken de rittens al, dus het heeft zeker wel nut om de rittens af en toe te hanteren. Ik bekijk de rittens in deze periode regelmatig, ook om foto’s te maken aangezien ze zo snel veranderen en nu lekker stil liggen.

Wanneer de ogen en oren open zijn en ze beginnen te lopen, rennen, klimmen, .. gaat dit allemaal wat lastiger. Ze sjeezen al snel alle kanten op, maar ook naar mijn hand dus ze krijgen regelmatig een aai en ik pak ze om de beurt even op.

De meeste socialisatie gebeurd eigenlijk vanaf 4,5 week wanneer moeder en dochters apart gaan van de jongens. Verdeeld over twee groepjes heb ik wat meer overzicht en kan ik wat makkelijker individuele aandacht geven aan de rittens. Vaak is het ook in deze periode dat de toekomstige baasjes op bezoek mogen komen en om met de rittens en de rattery kennis te maken.

Ik probeer ze ook een aantal keer los te laten lopen in de ren of bijvoorbeeld op de bank of op te tafel, zodat ze ook kennis maken met een andere omgeving dan de kooien waarin ze zijn opgegroeid. Aangezien ik ook nog een hond heb rondlopen gebeurd dit niet heel veel, aangezien ik dan de hond moet wegsluiten om het voor de rittens veilig te houden. Meestal rennen de rittens ook alle kanten op om de omgeving te ontdekken.

In de laatste weken begin ik ook notities te maken van de bijzonderheden van elk ritten. Uitgesproken karaktertrekken, uiterlijke kenmerken en welk ritten en toekomstig baasje een “klik” hebben. Dit neem ik mee in mijn beslissing wie welke rittens krijgt en welke ik zelf hou!

Wanneer mogen ze verhuizen?

De rittens moeten oud en groot genoeg zijn voor de verhuizing, het is namelijk nogal wat om opeens met een onbekende mee te gaan naar een compleet onbekende omgeving zonder al je bekende broertjes of zusjes!

De rittens verhuizen pas als ze zo’n 8 weken oud zijn. Dit geeft mij de tijd de rittens te beoordelen en te beslissen welke ik voor de fok aanhoud. Ze zijn dan ook weerbaar genoeg voor veranderingen en kunnen de verhuizing zonder problemen aan.

Vaak gaat het ophalen snel, iedereen wilt natuurlijk snel naar huis met zijn of haar nieuwe huisdiertjes! De nieuwe baasjes krijgen een zakje van het voer mee zodat dit met het eigen voer gemengd kan worden, zo kunnen de rittens nog even wennen.

Dag schatjes!